Kooktijd
60 minutenRijsttafel
Een heerlijke maaltijd voor in het weekend! Het kost wat meer tijd om te maken, maar als je geen haast hebt, is dat toch alleen maar gezellig? Dit recept valt al snel in de smaak bij kinderen – helemaal als je ook nog leuke stokjes hebt om mee te eten.
Voor
4 portiesNiveau
MakkelijkRecept
- Snijd de kipfilet in kleine blokjes, groot genoeg om te rijgen. Marineer ze minstens een halfuur in de ketjap, olie, honing en peper en zout.
- Schil de komkommer en snijd hem in de lengte doormidden. Haal de zaadlijsten eruit (met een lepeltje) en snijd de gehalveerde komkommers in plakjes. Strooi zout en suiker erover en schep even om. Zet weg in de koelkast.
- Snijd de hamlappen in dunne reepjes. Bestrooi met zout en peper. Snijd de ui en knoflook fijn.
- Roer de ingrediënten voor de satésaus door elkaar in een pannetje en zet een laag vuur aan. Als hij bijna de gewenste dikte heeft, zet je hem uit.
- Bak de hamlappen in de olie kort aan. Voeg de knoflook en ui toe. Voeg na een minuutje de ketjap toe en breng het vocht aan de kook. Voeg het kokendhete water toe en een halve eetlepel bruine suiker. Laat zo’n 20 minuten zachtjes pruttelen.
- Kook de rijst volgens de bereidingswijze op het pak.
- Rijg de kip op de spiesjes. Gril ze in ongeveer 4 minuten per kant gaar in de grillpan of bak ze in de koekenpan.
- Warm de satésaus nog even op (als hij te dik is, doe je er nog wat water of melk bij). Haal de zoetzure komkommer uit de koelkast. Giet het vocht af en schep nog even om.
- Serveer! Lekker met nog wat kroepoek erbij – en alles wat verder in de smaak valt bij jullie rijsttafel: seroendeng, gebakken uitjes of een gebakken eitje.
Idee
Te veel gedoe? Dit recept kun je voor een groot deel al vooraf bereiden! De babi ketjap wordt eigenlijk alleen maar lekkerder van een nachtje laten staan en weer opwarmen. De sateetjes kun je vooraf marineren en op spiesjes in de koelkast bewaren. De komkommer kun je ook tot een dag van tevoren bereiden en in de koelkast bewaren.